Geschreven door Marie-Anne Kortleven
Krimpen aan den IJssel: 2:30 ‘s nachts…. Ik word wakker van een schril huilen naast mij in de wieg. Zonder mijn ogen te openen rol ik m’n bed uit, pak een warm knulletje uit z’n bedje en stommel naar beneden…. Daar word ik langzaam een beetje wakker en help de jongeheer om te drinken. Alles op de tast, om zijn dag-nachtritme niet te verstoren 😊 Terwijl hij lekker ligt te drinken, word ik steeds iets meer wakker en valt het me op dat de nacht altijd zo stil is. Zo donker, koud en stil. Het heeft iets geheimzinnigs, iets wat er altijd voor zorgt dat ik ga nadenken en mijmeren….
Het huis waar we nu mogen wonen, heeft allemaal ramen. Zo af en toe gaat er een schijnsel van licht door de kamer, wanneer er op de weg naast het huis, een eenzame auto voorbij komt. Wat doet iemand om half 3 ‘s nachts in de auto? Waar gaat hij/zij heen? Wat is zijn levensweg?
Ik hou van de nacht. De stilte en het eenzame, de rust… ik hou ervan. Ik moet terug denken aan de nachtdiensten “vroeger”, waarbij ik vaak naar buiten keek. De donkerte van de nacht had iets wat mij fascineerde. Wat zorgde dat ik nadacht. Nadacht over m’n leven, m’n zorgen, over God en over het doel in mijn leven. De nacht heeft mij veel angst bezorgd als ik me weer eens eindeloos zorgen maakte en maar geen rust kon vinden. Maar de nacht heeft me ook veel geluksmomenten gegeven. Momenten waarbij ik God zo dichtbij kon ervaren. Momenten waarop ik (letterlijk) kon zingen in de nacht, ondanks pijn en verdriet en zorgen. Momenten van diepe innerlijke rust. Rust in God.
2 Korinthe 12:9 "Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen."
De afgelopen tijd was ik gelukkig weinig wakker ‘s nachts. Ik heb al lang geen nachtdiensten meer en alle kinderen sliepen door. Alleen, als ik een erg drukke tijd had, was ik ‘s nachts nog wel eens wakker. Om na te denken en te mijmeren, me soms zorgen te maken. Of als er een brandalarm afging op het schip, waardoor we de rest van de nacht wakker doorbrachten…. Maar nu, sinds kort, ben ik weer elke nacht wakker. Ja, zelfs meerdere keren in de nacht! Ondanks dat dat weer heel erg wennen is, dat om de 3 uur voeden, geeft het me ook weer de gelegenheid om te denken, te reflecteren. En dat is zo gek nog niet.
Na de laatste blog, waarin we vertelden dat we terug naar Nederland kwamen, is er weer veel gebeurd, veel veranderd. Een tijd waarin we probeerden een leven in Nederland “op te bouwen” voor zes maanden. Waarin zoveel onzeker was: Hoe zou de zwangerschap verlopen? Hoe zouden de kinderen het op school doen? Hoe zou het aan boord gaan als Guido vanuit Nederland werkte? Wat moeten we regelen voor de baby die komen gaat (zowel in Nederland als straks aan boord)? etc. Heel veel vragen, heel veel veranderingen en heel veel onzekerheden. Maar ook één zekerheid: Dat Hij erbij is!
Terugkijkend zijn de zes maanden super fijne maanden geweest. De kinderen zijn fijn en liefdevol opgevangen op school. Ze hebben de Nederlandse cultuur met al de bijkomende verwachtingen meegemaakt. Af en toe was dat voor hen best een cultuurschok. Ze zijn verhuisd, maar konden de kippen meenemen. Elke dag zorgden ze voor de kippen, gaven mensen die op bezoek kwamen de eieren mee, en knuffelden de dieren zo veel ze konden. Ze maakten nieuwe vriendjes op school en in de wijk. Veel moest er voor iedereen geregeld worden, waarbij we bij sommige afspraken niet wisten, hoe we het voor elkaar moesten krijgen. Niets loopt automatisch als je geen inwonende Nederlander bent. Alles wat er met gemeente geregeld moest worden, stonden lange wachtrijen voor en reden we voor naar Den Haag. Zowel Christian als ikzelf moesten een uitgebreidde keuring ondergaan om weer toegelaten te worden aan boord. Maar toch, steeds werd de weg weer geopend en werd het steeds zekerder voor ons dat het goed was terug te gaan aan boord.
Door de trouwerij van mijn zusje kwamen ook onze Nieuw-Zeelandse en Franse broers, zussen, neefjes en nichtjes naar Nederland. Eindelijk weer met het (ouderlijk) gezin bij elkaar was heel bijzonder. Het was een feest dat het huis zo groot was, waardoor veel van hen, maar ook van onze (Mercy Ships) vrienden konden langskomen en blijven slapen. Ja, het was druk, maar het was ook reuze mooi om goede gesprekken te hebben en iedereen weer echt even te zien. Op afstand is het toch erg lastig om contact te houden en ondanks dat ik dat gewoon geaccepteerd heb (het is nou eenmaal zo en je kunt geen twee levens tegelijk leven) is het toch jammer om families van beide kanten veel minder te spreken en te zien. Te weten hoe het echt met hen gaat. Ook ervaren we het soms als lastig dat we zoveel willen en hebben te vertellen, waardoor als we eenmaal bezig zijn, we niet meer stoppen. Voor ons is dat een goede verwerking en het weer in perspectief zetten. Ook helpt het om van broers en zussen en vrienden te horen wat hun kijk daarop is. Maar toch is het ook lastig dat er soms weinig tijd over blijft om te horen waar de ander mee bezig is, mee zit of hoe hun leven gaat. Maar al met al, waren deze zes maanden wel erg goed om ook die gesprekken weer te hebben. Te horen wat God in het leven van anderen doet, of hoe het gewoon simpelweg met het dagelijks leven gaat, hoe het met de kinderen gaat. Gewoon van die normale gesprekken, waarvan je de ene keer geniet en de andere keer denkt…. Waar maakt iedereen zich druk over?! Het grappige is ook hoe snel ook dat weer went. Ondanks dat we ons soms nog best een vreemde eend in de bijt voelen, zijn de praatjes over hoe het weer is en hoe hoog de benzineprijzen zijn, toch ook weer uit onze monden gekomen😊 Is het erg? Ik weet het niet. Na alles wat we hier meemaken en zien zouden we dat toch niet meer zo belangrijk moeten vinden. Toch is het soms ook gewoon lekker om even te zeuren over dingen die je niet fijn vindt.
Maar wat vooral goed was, waren die nachten te hebben waarin je terugkijkt en je zo gezegend voelt. Ja, het was een heel pittige en extreem drukke tijd, waarin (vooral) ik tegen heel veel dingen ook opzag. Waarin Guido veel moest regelen in Nederland en daarnaast gewoon zijn baan had. Waarin de kinderen op school hard moesten trekken aan vooral het Nederlands. Toch overheerste het gevoel van “gedragen te worden”. Overheerste de dankbaarheid. Naar God, naar mensen om ons heen. Doordat je ook weet dat er in veel andere landen geen zorg is na de bevalling, voelde ik me zo dankbaar dat dat hier wel was. Dat je je zorgen kon delen, er iemand kwam (twee personen zelfs!) die echt alles overnamen, zodat ik goed kon rusten. Die adviezen gaven en je op weg hielpen om alles rondom baby’s en lichamelijke veranderingen te accepteren. Wat heb ik vaak tijdens die nachtelijke voeding zitten mijmeren. Wat als ik in Afrika woonde? Had mijn baby het overleefd? Hoe zou ik me gevoeld hebben? Maar ook dacht ik vaak terug aan hoe het allemaal gelopen was. Dat we nogmaals een kindje mochten krijgen, hoe de verhuizing verlopen was en nog zoveel meer. Mijn hart was vol dankbaarheid…… Zou je ook niet deze God dienen? Hij Die zoveel meer kan en wil geven dan je nodig hebt en je ooit verwachten kunt? Hem dienen uit dankbaarheid. Voor wie Hij is voor ons…. Onze kleine jongen hebben we Christian genoemd. Omdat hij geboren is met het doel Hem te dienen. En dat hopen we de komende maanden weer (fysiek) te doen.
We zijn inmiddels vertrokken uit het koude Nederland. Via Rotterdam met de trein naar Brussel. Om daarna een nacht in het hotel te zijn om de volgende morgen vroeg te beginnen aan de vliegreis. Wat deed die kleine Christian het goed in het vliegtuig! Hij sliep en dronk heerlijk, alsof het een geboren wereldreiziger is! Mooi en leuk is het ook altijd om in het vliegtuig met anderen te praten. Waar gaan mensen heen, wat is hun doel, hun persoonlijke missie.
Sierra Leone: Na 6 uur vliegen landden we dan eindelijk in Sierra-Leone. Wat ons direct opviel was hoe groen het is. Sierra Leone is mooi, heuvelachtig, groen, warm en heeft vriendelijke mensen. We werden super geholpen met alle bagage en kinderen! Vanuit het vliegtuig gingen we een busje in (heerlijk met airco!) dat ons naar de waterkant bracht. Daar werden onze koffers al naar een boot gebracht en even later volgden wij met een andere boot. Het was inmiddels donker en we konden vanuit de verte de stad Freetown zien liggen. Zoveel lichtjes, zoveel mensen. Oh ja, we zijn wel echt in Afrika! De chaos, de geluiden, de warmte, de zweterigheid en de enorme hoeveelheid mensen…. Ondanks dat dit een heel ander land is dan Senegal, voelen bepaalde dingen vertrouwd. Na ongeveer 45 minuten varen (geen idee hoe de kapitein al die niet- verlichte vissersboten weet te omzeilen!) kwamen we aan de overkant aan in de stad zelf. Nadat alle koffers gevonden waren in de chaos, konden we eindelijk het Mercy Ships busje in en reden we door de stad. Geen honderden gele taxi’s zoals in Senegal, maar wel honderden keke’s (kleine TucTucs). Daarover later meer.
De ontvangst aan boord was heerlijk! Het was inmiddels al lang 22:00 geweest en we waren erg moe. Maar zoveel blije mensen, zoveel liefdevolle berichtjes en foto’s op onze deur! Er was zelfs een heuse appeltaart gebakken en er werden snel wat boterhammen gesmeerd voor onze hongerige magen. Het doet heel goed en even vergeten we het moeilijke afscheid. Verschillende mensen hebben onze spullen verhuisd naar een grotere cabin. Het is een enorme zegen dat we daar meer ruimte hebben nu we al die spullen voor Christian hebben! En wat hebben we al deze mensen gemist in dat halve jaar!
3:40 Sierra Leone tijd…. Weer kijk ik uit het raam, terwijl ik aan het voeden ben. Nu niet het licht van een eenzame auto die voorbij rijdt, maar honderden lichtjes van de stad. Weer die stilte om mij heen. Minder stil, dat wel. (De airconditioning blaast de hele nacht lekker door.) Maar toch, relatief: Geen stemmetjes, geen andere geluiden. Ik kijk naar Christian en verwonder mij weer. Oh, wat hopen we dat deze kleine man, net als z’n broers, tot zegen kan zijn aan boord. Voor mensen die even een glimlach nodig hebben, even een knuffel zodat ze hun werk weer kunnen doen. Want één ding heb ik geleerd van een half jaartje leven in Nederland…. Het gaat om de kleine dingen die het doen. Die ene persoon die even langs komt voor een knuffel, de ander die eten maakt en dat even langs brengt. Of gewoon, een vriendelijk woord en een lach in de supermarkt. Dankbaarheid vervult opnieuw mijn hart. Ja, het is goed om hier weer te zijn. Dankzij de hulp die wij kregen in Nederland op verschillende manieren, kunnen we nu weer hier ons inzetten. Moge God dat zegenen aan de mensen in Sierra Leone, aan crewmembers en aan patiënten...
Psalm 50:23 "Wie dank offert, zal Mij eren; wie de rechte weg gaat, zal ik Gods heil doen zien"