Maarten:

We gingen “foufou” (=soort maispap) maken met miss Denise. Zij was een “mystery guest” (= een geheime gast). Dan komt er iemand die wij niet weten. Omdat we gingen leren over Afrika. En over “Asia, Africa, North and South America, Antartica, Europe, and finally Australia.” Dat is een “song” (=lied) die we zingen over de continenten op de hele wereld. Nu was het Afrika. Daarom kwam miss Denise. Ze ging vertellen over haar land: Kameroen. Wat ze daar eten en allemaal verschillende kleding aan en over foefoe. Het was lekker en een klein beetje heet. We gingen een opruimsong (opruimliedje) voor haar leren en zingen. Zoals: “Small, small thing, pick am, pick am”. Foufou maken.jpg

Over Mexico gingen we ook leren. Ze hebben daar grote hoeden en maracas (muziekinstrument) en chippies met salsasaus. We gingen ook maracas maken, maar de hoeden niet.

Chippies met Salsa.jpg

Weet je dat Antartica hier op het schip is? We gingen naar de vriezer! Heel groot was de vriezer! Heel koud! En er was eten daar. Vis en vlees. We gingen daar water neerzetten en een “animal” (=dier) erin, en dat lieten we in de vriezer zitten en toen was het de dag erna ijs! En toen gingen we de animals weer eruit krijgen, en mee spelen. Ze waren heeel koud! En slippery (=glad/glibberig). Het ijs ging toen weer smelten en toen was de animal er weer uit! Grappig hè! Met Australië gingen we een kiwi-face (=kiwi gezicht) maken!Vriezer.jpgOok gaan we soms wandelen, maar niet met de klas, maar met mijn broers. Toen kwamen we in een grot. Maar daar gaat Jonathan iets over zeggen. Dag!

Maarten ijsdiertjes.jpg

Jonathan:

Ik ga dat aan het einde vertellen: over die wandeling.

Eerst ga ik vertellen over mijn tand. Mijn tand is er bijna uit. Het is mijn eerste wiebeltand! Ik weet niet wanneer die eruit gaat.

En toen gingen we wandelen. En toen hadden we een grot gevonden. En toen gingen wij daarin. Ik, Matthijs, Maarten en papa. Het was heel erg donker erin. En hij was heel groot, en er zaten veel rotsen in. We konden naar links kijken en we konden ook naar rechts kijken. Het was één groot hol. En als het gaat regenen, kan je daar gewoon in. In de grot was het een beetje fris. Maar buiten was het heel erg heet! En we gingen ook ons haar wassen. Omdat het heel erg heet was. Er was een soort beekje met water vanaf de berg. En er was ook sneeuw op de berg en dus was het water heel koud. Zo kregen we het lekker koel tijdens het wandelen.

Grot.JPG

Wandeling.JPG

Het strand is ook lekker warm. We gingen daarheen met miss Zaina en Mr. Robert en Mr. Adam. En we gingen een tunnel maken en ik en Maarten en Matthijs konden er onderdoor! En er was een brug ook over de tunnel. Ook gingen we lekker eten op het strand. Eten op het strand 2.JPG

Eten op het strand.JPG

Met school gingen we naar de CT-scanner. Die was op dek 3, bij papa’s werk. Op de computer van de CT-scanner kon je praten naar de patiënt. En een CT-scanner kan heel gevaarlijk zijn. Als je te veel CT-scans krijgt, is dat heel slecht. Toen de nieuwe familie aan boord kwam, de Pollards, gingen we nog een keer naar de CT-scanner. Papa was er toen aan het klussen. Heel veel draadjes en motors kon je toen zo zien. Ik ging toen aan alle mensen vertellen hoe de CT-Scanner werkt!

Guido in CT-scanner.JPG

Matthijs:

(Ik ga verder vertellen over de CT-scanner)

Ik ga vertellen hoe de CT-scanner werkt. Het is makkelijker tekenen dan schrijven hoe hij werkt. Dus dan teken ik het maar even en vertel ik gelijk. Eigenlijk doet de CT-scanner de patiënt in plakjes snijden. Niet echt, maar met straling. Hij gaat supersnel rond met één scannertje. We hebben dat ook gezien toen we met de klas naar de CT-scanner gingen kijken. Er is een wiel in de CT-scanner en dat draait rond.kids bij Guido's werk.JPG In dat wiel zit één scanner en één opvanger. Als de straling iets tegenkomt, stopt tie, maar als het langs de patiënt heengaat komt het op de ontvanger. Dus de ontvanger ziet waar de botten zitten. En de huid en waar niets zit. Omdat de botten meer straling tegen houden dan andere dingen. Dus dan kan je makkelijk zien of iets gebroken is, want dan gaat de straling door het bot heen. En van een paar scannen kan hij één foto maken. Hij maakt ongeveer 1-2 rondjes per seconde. Dus dan kan hij supersnel met alle foto’s die hij heeft, een heel stuk van je lijf laten zien, bijvoorbeeld je hoofd. Die foto gaat dan naar de computer, en de computer? Die slaat het op. Er hangt buiten nog een bordje dat je aan kan doen, met “CT in use” erop. Dat betekent: “CT-scanner is in gebruik”, hij is aan het foto’s maken. Niet binnenkomen dus, anders krijg jij de straling in plaats van de patiënt. En dat is niet zo goed. En papa heeft op zijn uniform een stralingmeter. Zoals ik dat noem. Die stralingmeter heeft een heel erg klein metertje, een micro-metertje erin. En dat metertje meet hoeveel straling je krijgt. Want papa werkt heel vaak met de CT en dan moet tie dus niet te veel straling krijgen. En dat stralingmetertje kun je elke maand in de computer stoppen en dan kun je kijken hoeveel je in die maand gekregen heb van de straling. En als je erg veel straling hebt gekregen, dan weet je dat je moet stoppen met werken met de CT-scanner, omdat je anders meer krijgt dan je lichaam mag hebben. Dus dan kan je kanker krijgen of ziek worden. En als je toch bij de CT-scanner moet zijn, dan moet je een LED-vest aan. Een heel zwaar blauw of grijs vest. Dat hangt om je schouders heen en je hebt ook een “nek-protector”. Oftewel een nekbeschermer. Die doe je om je nek, want als er straling in je nek komt, daar zit iets wat heel gevoelig is voor straling. Dan gaat er van alles in de war in je lichaam en kan je dik of heel dun worden (lees: schildklierbescherming). afbeelding uitleg CT-Scanner.jpg

CT scanner.JPG

Ik heb ook nog een dikke vriend die weg is. Whèhèhèhè….. Toen hij wegging, voelde ik een beetje dat ik niet gedag wilde zeggen. Hij was een elektricien. Misschien: mensen die de blog op Mercy Ships lezen, kennen hem wel, denk ik. Ik had een keer een JIRA-ticket ingevuld. Dat is een soort verhaaltje over een klacht die je hebt. Dus als voorbeeld: onze badkamerlamp was kapot. Dat moeten ze wel weten en daarom moet je een JIRA-ticket invullen. We hadden geen licht en waren in het donker op de wc. Maar het was weekend, dus ik zag mr. Henk (zo heet tie), en toen vroeg ik of hij nog effe die lamp kon fixen. En toen zei hij dat hij dat wel gelijk kon doen, samen. Wij hadden namelijk al een keer samengewerkt. We hadden een gingerbread-huis gemaakt, en ik had bedacht dat er wel kleine, èchte lampjes in konden. Dus ik heb even 2 kleine elektrische kaarsje uit elkaar gehaald en ik heb de lampjes eruit gedaan. En daarna had ik de bodem van een kaarsje, daar deed ik een draadje in, en toen deed ik een batterij erin, en ging ik 2 draadjes aan het ene draadje doen. En toen had ik 2 lichtjes eraan gesoldeerd. Toen zei mr. Henk: “Wil je later elektricien worden, dan moet je wel stage hebben, natuurlijk.” Dus toen heeft hij even geregeld dat ik stage kon lopen. En toen moesten we een “timer” in een ventilatie doen. Want die ging niet uit als de kapitein zei dat alle ventilatie uit moest. Dus als er dan echt brand komt, dan krijgt de brand wind en lucht en dat moet niet, want dan gaat de brand verspreiden. Maar het lukte ons niet, omdat we de stroom niet uit konden krijgen, zodat we veilig konden werken. En toen belden allemaal mensen met een kapotte lamp. Dus toen hebben we die gefikst samen. Dus toen onze lamp moest, konden we dat ook samen doen. Maar mr. Henk is nu weg, dus dat kan niet meer. 20210102_101611.jpg

Wie ik ook nog geholpen heb is…. de bakker! Ik mocht zelf broodjes bakken. En die broodjes die waren in de vorm van een olifant. Die bestonden nog niet, de bakker heeft met een strip metaal de vorm zelf gemaakt. Het was een heel mooie vorm, net echt! Toen mochten Jonathan en ik samen bakken. Zie het filmpje, hoe we dat deden. En toen bakten we ze, en toen ze klaar waren, deden we ze in de lift. De lift naar de diningroom (= eetzaal). En toen was daar een verrassing. Want toen we ze neerzetten, gingen de olifanten geluid maken!! Een minuutje later had ik uitgevogeld wat dat was: er stond een speaker met olifantengeluiden! Het was echt een feest. Matthijs bakker.jpg

Net als mijn verjaardag, toen was het ook feest. Ik werd 9 en we deden heel veel leuke spelletjes. Maar nu ben ik moe van het vertellen allemaal. Ik hoop dat u veel geleerd hebt van mijn stukje. (en natuurlijk van de stukjes van de andere jongens ook…)

Tip: ik spaar de postzegels van de kaarten die jullie opsturen, dus als u er nog een paar heeft, weet u waar u die kwijt moet.


Gesprek laden