Dit is echt weer zo’n blog die je met één van die open deuren kan starten: “Wat is er veel gebeurd in de afgelopen tijd!” “De tijd is echt voorbij gevlogen.” Of: “We moesten hoognodig weer een update sturen.” En ja, ze zijn nog allemaal waar ook. Hoewel ik denk dat jullie in Nederland inmiddels goed kunnen indenken hoe het is, als alles wat “normaal” was overhoop wordt gegooid en je je weer opnieuw moet aanpassen aan nieuwe maatregelen. Nou, dat gevoel dus, dat hebben wij hier ook regelmatig.
Als ik terugkijk naar wat er de afgelopen weken is gebeurd, dan is één van de hoogtepunten toch wel de presentatie van de Global Mercy, het nieuwe ziekenhuisschip van Mercy Ships. Het eerste schip dat echt gebouwd is als ziekenhuisschip (ja, de andere ziekenhuisschepen, ook die van het Amerikaanse leger, zijn allemaal omgebouwde schepen die ooit een ander doel hadden). En de Global Mercy is ook nog eens het grootste, civiele ziekenhuisschip. Kortom: met dit nieuwe schip als aanvulling in de vloot van Mercy Ships hopen we meer dan twee keer zoveel hoop en genezing te kunnen brengen. (Lees meer op: https://www.mercyships.nl/nieuws/een-nieuw-schip-de-global-mercy/). Het is de planning dat dit schip in april 2021 opgeleverd wordt op de scheepswerf in China, waarna het de eerste reis maakt naar de Filipijnen. Op de Filipijnen wordt het schip echt volledig klaargemaakt voor het gebruik als ziekenhuisschip, dus (medische) apparatuur wordt geïnstalleerd, voorraden aan boord gebracht, etc. Het is de bedoeling dat eind 2021, begin 2022, de eerste field service met de Global Mercy wordt uitgevoerd. De Africa Mercy (ons huidige schip) gaat dan voor een paar maanden in groot onderhoud in Zuid-Afrika. Er worden dan aanpassingen gedaan, waardoor het schip nog 15 jaar mee moet kunnen.
Naast dat dit nieuwe schip natuurlijk heel indrukwekkend is, zeker als je bedenkt hoeveel mensen er straks geholpen kunnen worden, komt het voor ons persoonlijk nog veel dichterbij. Het is de bedoeling dat de Global Mercy ons thuis wordt. Hoe en wanneer dat gaat gebeuren, is nog onduidelijk. Door COVID-19 is alle planning op de schop gegaan, maar we laten ons leven leiden in het vertrouwen dat God ons de weg zal wijzen.
Op dit moment lijkt het leven aan boord heel erg op het leven aan land: Ook wij dragen mondkapjes en houden afstand. Een paar weken geleden werd bekend dat één van de contractanten die bij ons aan boord werkte (voor de onderhoudsperiode zijn mensen vanaf Tenerife ingehuurd) besmet was met Covid-19. Dat was het moment waarop besloten werd om mondkapjes te gaan dragen en afstand te gaan houden. Een dag later bleek ook een bemanningslid besmet te zijn. Hij had op reis naar het schip ergens op een luchthaven het virus opgepakt en zat gelukkig nog in quarantaine. Het aantal besmettingen op Tenerife blijft ook nog stijgen. Allemaal redenen waarom we extra voorzichtig moeten zijn. Mochten er meer besmettingen aan boord voor komen, dan komt namelijk heel veel werk stil te liggen. En dat, terwijl er juist nog zoveel te doen is.
Als je niet op een schip geleefd hebt, kun je je wellicht moeilijk indenken waar we nu al zo druk mee bezig zijn. Welnu, het schip heeft erg te lijden onder de zoute wind in Tenerife. De deckploeg is continue bezig om roestplekken bij te werken. Ondertussen komen contractanten aan boord om het jaarlijkse onderhoud te doen. Er worden leidingen en tanks gereinigd. Beschadigde vloeren vervangen of gerepareerd. Een enorme klus is het onderhouden en vervangen van de windle-heads. Dat zijn afsluiters voor alle tanks aan boord (brandstof, water, ballast, afvalwater). Deze moeten kunnen ontluchten, maar wanneer er water over de ontluchter komt, dan moet deze afsluiten. Belangrijke onderdelen dus, maar dit kost enorm veel werk, omdat er ongeveer 80 op het schip zitten. Om ze te kunnen bereiken, moeten wanden geopend worden. De operatiekamers zijn de afgelopen weken veranderd in een slagveld.
Ikzelf ben bezig met het in gebruik nemen van nieuwe apparatuur. We hebben vier nieuwe anesthesietoestellen binnengekregen. Een flinke verbetering ten opzichte van de vorige toestellen die we hadden. Daarvoor waren niet alle onderdelen meer beschikbaar. Ook merkte ik aan het aantal fouten die gebruikers maakten, dat ze niet meer gewend waren om met verouderde toestellen te werken. Deze vervanging zorgt er dus voor dat we weer up-to-date-toestellen hebben die weer heel wat jaren mee kunnen. Ook zijn deze voor de anesthesisten veel makkelijker om mee te werken. Dat verhoogt de patiëntveiligheid. Verder hebben we vijf nieuwe diathermietoestellen binnengekregen. Deze toestellen zijn zo’n beetje het basisgereedschap van de chirurg, dus het is erg belangrijk dat ze goed werken. Met deze toestellen kan de chirurg snijden met elektriciteit. Dat heeft als voordeel dat bloedingen direct gestelpt worden. Voordat deze toestellen in gebruik genomen worden, moeten ze eerst uitgebreid getest worden om er zeker van de zijn dat ze goed werken. Het belang van deze test werd erg duidelijk, toen bleek dat één van de nieuwe toestellen problemen heeft. Kortom, weer wat extra werk, maar erg belangrijk voor de patiëntveiligheid.
Naast het testen van deze nieuwe apparatuur ligt er veel onderhoud te wachten. Als je een auto bezit, dan vind je het vrij normaal om deze ieder jaar voor de APK te brengen. Met medische apparatuur is dat net zo. Een jaarlijkse servicebeurt is nodig om er zeker van te zijn dat alles nog goed werkt, blijft werken en ook veilig is. Met ongeveer 1300 stuks medische apparatuur aan boord ben je dan wel even bezig. Voorlopig hoef ik me nog niet te vervelen.
Tijdens de onderhoudsperiode van het hele schip (shipyard) is er altijd een vertegenwoordiger van het ziekenhuis aanwezig die de belangen behartigt van het ziekenhuis. Als contractanten aan boord komen, dan zijn die meestal wel gewend om aan boord van een schip te werken, maar niet om in een ziekenhuis te werken. Afgelopen twee jaar heeft Silke daarom de rol van hospital-liaison ingevuld tijdens de shipyard. Aangezien zij ook wel eens vakantie nodig heeft, heeft Jane haar functie overgenomen. Echter, Jane was al meer dan een jaar niet naar huis geweest en wilde ook wel eens terug naar Ierland. Toen waren we nog maar met drie mensen van het ziekenhuis overgebleven aan boord (de crew-dokter, crew-verpleegkundige en ik) en iemand moest deze taak overnemen totdat Silke weer terug is. Zodoende zit ìk nu iedere dag in de shipyard-meeting en vliegen de nieuwe termen me om de oren: scupper-lines worden gelast, windle-heads worden gemonteerd, linings worden verwijderd en bulk-heads worden als dragende delen gebruikt. Leuk om ook eens mee te maken.
Zoals ik eerder al aangaf, komt de Global Mercy er bijna aan. Omdat nu zo’n beetje wel alles besteld moet worden om het op tijd binnen te hebben, kreeg ik vanuit Texas (het hoofdkantoor van Mercy Ships) de vraag of ik mee wilde helpen met het voorbereiden van alle bestellingen. Daarin zijn ook begrepen de inrichting en het gereedschap voor de biomed workshop (als het goed is mijn toekomstige werkplek). Omdat ik het fijn vind om een beetje inspraak te hebben over mijn eigen werkplek, heb ik hier geen “nee” tegen gezegd.
Zoals je je wellicht kunt voorstellen, zijn de weken goed gevuld. Emmanuel, die tijdens ons verlof in Nederland mij heeft vervangen, is nu weer terug in zijn oude rol: het opzetten van de biomed trainingen. Hij is de laatste plannen aan het uitwerken om begin 2021 een school in Guinee op te zetten waar permanent medisch-technici getraind kunnen worden. Dus niet alleen als het schip in de haven ligt, maar echt het hele jaar door. Het is erg inspirerend om Emmanuels verhalen te horen en zijn plannen en visie over hoe Afrika zelfstandig moet worden en de patiëntveiligheid verhoogd kan worden door het opleiden van de medisch-technici. Nu we nog samen in dezelfde werkplaats werken, kunnen we over en weer ervaringen uitwisselen. Dit geeft mij nieuwe inzichten in de Afrikaanse cultuur en Emmanuel krijgt weer nieuwe ideeën aan de hand van ervaringen die ik deel. Kortom heel verrijkend en een echte win-win situatie.
Naast al dat werken is er natuurlijk ook tijd voor ontspanning nodig. Het goede nieuws is dat sinds vorige week maandag we de haven uit mogen. We weten dat heel veel mensen met ons meegebeden hebben. Heel hartelijk dank hiervoor en we mogen zien dat God naar ons gebed luistert. Voor alle mensen die een Schengenpaspoort of een zeemansboekje hebben, betekent het dat we met de auto de haven uit mogen. Dat betekent echter wel dat alle niet-Europeanen zonder zeemansboekje nog steeds alleen op het schip en een stukje dock mogen komen. Voor degenen die vanaf Senegal zijn meegevaren, betekent het dat ze al meer dan 220 dagen alleen staal of beton onder hun voeten hebben gehad.
Maar voor degenen die wel de haven uit kunnen (ongeveer ¾ deel van de crew) zijn in een straal van vijftien kilometer rondom het schip (aangezien je met een zeemansboekje niet verder mag reizen) drie activiteiten opgezet. Iedereen moet zich vooraf inschrijven, zodat ze altijd weten wie waar wanneer is geweest. We kunnen naar de supermarkt (vooraf gecheckt op de voorwaarde dat ze zich goed aan de regels houden van afstand houden en mondkapje dragen). Een andere optie is om een trip met de auto te maken over de bergen (zonder uit te stappen). Ten slotte is het ook mogelijk om naar één strand te gaan (wat niet druk is en heel erg uitgestrekt) waar ook een leuke berg van 171 meter hoog bij hoort. Die laatste trip hebben we afgelopen zaterdag met de jongens gedaan. Ze waren heel blij om eindelijk eens bergen te kunnen beklimmen!
Gebedspunten:
- Wilt u met ons mee danken voor het stukje vrijheid wat we hebben gekregen, doordat het grootste deel van de crew nu van boord kan?
- Een flink aantal Afrikaanse crewmembers hebben de afgelopen weken het schip kunnen verlaten en zijn tijdelijk naar huis. Wilt u met ons mee danken dat dit mogelijk was, maar tegelijkertijd ook meebidden voor wie dit nog niet mogelijk is, dat visum-problemen etc. worden opgelost?
- We vragen uw gebed voor de organisatie, dat alles op tijd in gereedheid gebracht wordt om volgend jaar in april naar Afrika terug te keren.