Geschreven door Marie-Anne Kortleven:
Morgen…. Morgen komt de Global Mercy voor het eerst in Afrika aan. Zij komt naast ons te liggen aan de kade, als onze grote zus! (Ja, een schip is een zij, geen hij.) Oh, wat onwijs leuk om iedereen straks weer terug te zien! Ik bedenk me dan ook dat het niet zozeer het schip is, waar ik naar uitkijk, maar de mensen op dat schip. De vrienden, die als familie aanvoelen, met wie we al jaren aan boord zitten, of degenen die we nog maar drie maanden kennen. Gedachten gaan terug naar de tijd aan boord van de Global Mercy begin van het jaar. Wat was het een mooie en moeilijke tijd tegelijk! Wat was het gaaf om Rotterdam binnen te varen, maar ook zo vreemd om onze twee aparte werelden in elkaar te zien schuiven. Om van de loopplank af te lopen, zoals we zo vaak deden, en dan mensen tegen te komen die je kent! Twee werelden die altijd apart waren van elkaar, maar nu in elkaar vloeiden. Zomaar de stad ingaan op de fiets, de frisse ochtendlucht, elke boodschap kunnen halen die je maar nodig hebt, en gewoon Rotterdams kunnen kletsen… Maar ook: wat ontzettend leuk om vrienden, familie en anderen iets van ons huis en werk te kunnen laten zien. Dat was wel heel erg uniek en daar hebben we erg van genoten. Het was ook een extreem drukke tijd en het is fijn dat we weer aan boord van de AFM zijn en een wat “normaler” leven hebben.
Maar nu gaat het toch echt gebeuren, ze komt voor het eerst naar Afrika. De reden is dat de Global Mercy vijf weken ingezet zal worden voor trainingen. En ook dat het schip gedoopt wordt en getoond kan worden aan een groot aantal Afrikaanse leiders om zo de medische zorg in hun land op de kaart te zetten.
Inmiddels is dat allemaal achter de rug. We kijken terug op een bijzondere tijd. De school was eind mei klaar en op de Global Mercy startte het zomerprogramma. Alle kinderen van de AFM en de GLM waren zo bij elkaar om leuke dingen te doen. Wat super voor de jongens om zich weer een beetje compleet te voelen zo met iedereen om zich heen. Ook konden we in ons huis op de GLM, en konden ze spelen met alles wat ze daar hadden achter gelaten. Je zag gewoon hoe belangrijk dit voor hen was, nadat we met alleen vijf koffers waren vertrokken in maart! We mochten zelfs twee nachten in ons huisje daar overnachten, wat echt super leuk was! Ook was het heel bijzonder om zoveel mensen elke dag te zien komen vanuit Senegal (en omliggende landen) om medische en medisch-technische trainingen te volgen. Dat dit nodig is, blijkt maar weer als we hoorden over de 11 pasgeborem kinderen die omgekomen waren tijdens een brand in een lokaal ziekenhuis. In dit geval was er ook nationale rouw afgekondigd, maar er overlijden wel dagelijks vele mensen vanwege geen toegang tot veilige zorg. En dan besef je wel weer waarom we hier zijn en waarom het zo belangrijk is dat mensen getraind worden en we zo samen kunnen werken om de zorg te verbeteren.
"Africa Mercy" en "Global Mercy" samen aan de dok in de haven van Dakar.
Dat we echt van elkaar kunnen leren, heb ik inmiddels wel gemerkt. Zo werk ik tegenwoordig in het woundcare team. Dit team bestaat uit drie mensen, dus ik heb nog twee collega’s. Niet het hele jaar door is dit team aanwezig. De normale wondzorg wordt gedaan door de verpleegkundigen zelf. Maar tijdens het “plastic blok”, dus de weken dat er plastische operaties gedaan worden, is er een apart woundcareteam (wondverpleegkundigen). We werken nauw samen met de chirurg, dr. Tertius (zie : https://www.tertius26.org/ om meer over het werk van deze bijzondere chirurg te lezen). Dit jaar zijn er 2 ‘plastic blokken’, één in mei-juni en één in augustus-september. De patiënten die geopereerd worden, zijn hoofdzakelijk brandwondenpatiënten, of patiënten met buitenproportionele groei van bepaalde lichaamsdelen. Deze operatiewonden zijn vaak groot, gecompliceerd en de patiënten hebben vaak nog extra wonden vanwege een donorside (een stuk huid dat bijvoorbeeld van het bovenbeen afgenomen is). Doordat ze dus ook meer kans op infecties hebben, worden deze wonden behandeld door het woundcareteam. Zo kunnen we de patiënten goed in de gaten houden. Het is enorm leuk om te doen. Soms doe je wel een uur over één wond. Vooral de vooruitgang vind ik prachtig om te zien. Als je allerlei oud weefsel hebt weggehaald en dan een mooie, rode, schone wond eronder ziet, dat doet je wel wat. Toch moest ik er wel erg wennen. Dit, omdat ik in mijn vroegere werk op de vaatafdeling, gewend was aan wonden die niet altijd erg pijnlijk waren door zenuwen die kapot waren, of omdat mensen de hele dag onder zoveel morfine zaten, dat ze minder pijn ervoeren. Maar de patiënten die we hier verzorgen zijn volledig gezonde mensen, met een goede doorbloeding. Het gaat me nog wel eens aan het hart, om toch door te moeten gaan, terwijl het pijnlijk is. Naast de pijn is een groot deel ook angst. Veel patiënten ervaren meer pijn door de angst. En hoewel je ze zoveel mogelijk probeert uit te leggen wat je doet, je weet niet hoe de vertaler het precies vertaalt. Daarnaast hebben de meeste mensen een trauma doorgemaakt, bijvoorbeeld doordat ze als jong kind in het vuur terecht zijn gekomen. Het is niet makkelijk om dat soort trauma’s uit te schakelen. Maar het mooie is wel dat ze beter met pijn lijken om te gaan. Ze schreeuwen het niet uit, bijten door en laten je wel doen wat je moet doen. Het voelt wel fijn om patiënten te kunnen zien en ze ook daadwerkelijk te kunnen helpen. Misschien vertel ik later nog wel wat over een patiënt die ik zelf gezien en verzorgd heb, over haar of zijn verhaal, maar voor nu wordt dat te lang.
Wound care team
Wondzorg door dokter Tertius Venter
Inmiddels is het ‘plastische blok’ klaar en zijn alle patiënten ontslagen Ze zijn vertrokken naar het Hope-center. Dat is eigenlijk een opvanglocatie voor patiënten voor en na de operatie. Vandaar uit komen ze om de dag naar het dock, naar de “outpatient tent” (‘polikliniek’ zouden wij het noemen), om wondzorg te krijgen. Dit, totdat ze volledig hersteld zijn en terug naar hun huis kunnen gaan. Voor de ‘plastic’ patiënten duurt dit vaak weken tot maanden, en dus zie je je patiënten nog wel eens zitten op het dock.
Gelukkig dat het blok klaar is nu, want de kinderen zijn thuis voor hun vakantie! Heel gezellig en vooral ook fijn, dat ik dan gewoon niet hoef te werken. Mercy Ships laat je daarin echt vrij en ondanks dat ik nog wel eens de druk voel om ergens te helpen, ben ik het niet verplicht. Ik kan er dus echt voor de kinderen zijn. In de vakantie hadden we gepland om een paar weekjes rond te trekken in Senegal. Om iets te zien van het binnenland en de cultuur. We hadden nog niets geboekt, want Guido kon geen vervanging krijgen. Het is nog steeds erg lastig om voldoende mensen te hebben voor biomed. Er wordt erg hard aan gewerkt om te proberen mensen warm te maken voor het vak. Doordat er nu twee schepen zijn, moeten er ook nog meer mensen zijn, wat wel een uitdaging is voor de personeelsafdeling. Het gevolg was wel dat het ook moeilijk is om iemand te krijgen om de vakantie in te vullen. Normaal gesproken is het schip tijdens de vakantieperiode natuurlijk niet in Afrika, maar voor onderhoud in Gran Canaria. Het is super dat Mercy Ships voor de kinderen een zomerprogramma had georganiseerd, want negen weken hen aan boord vermaken, dat was me toch wel een beetje te gortig geweest.
Achteraf maar goed ook dat we niets geboekt hadden. Want enkele weken geleden werd Guido ziek. Hij had dagen lang erg hoge koorts en ging steeds verder achteruit. Ook was het steeds niet zo duidelijk wat hij nu precies had. Nadat ook zijn bloedwaardes achteruit gingen, moest hij opgenomen worden in zijn eigen ziekenhuis. Daar bleek dat hij zo ziek was van malaria en tegelijk een sepsis (bacterie in het bloed) had. Gelukkig kon beide wel behandeld worden en sloeg de behandeling ook aan. Het was zeker spannend en ook zijn lever heeft een flinke klap gehad. Na een week in het ziekenhuis te zijn geweest, mocht hij weer naar huis, maar hij was wel erg zwak. Hoewel het ernstig was, hebben we het wel als een goede tijd ervaren. Zonder angst, vol vertrouwen en zo gesteund door de gemeente, familie en de community aan boord. Het raakte me als onze (moslim) vrienden, vol onrust in hun ogen, naar Guido vroegen. En dan ons verzekerden, dat ze voor ons allemaal bidden. Ze wisten als geen ander wat het betekent, als je zo lang zo hoge koorts hebt, vermoed ik. Want in hun ogen las ik altijd die onrust, en ze vroegen elke dag naar Guido. Zij weten dat je het alleen van God kan verwachten. Hun ziekenhuizen hier kun je niet altijd vertrouwen. Zij kunnen niet altijd de zorg krijgen die ze nodig hebben… Maar ook ervoer ik wat het moest zijn voor ouders en familie, als je iemand niet kan bezoeken die erg ziek is. In Covid-tijd mochten mensen in ziekenhuizen niet eens op bezoek komen als iemand stervend was…. Wat een lijden! Veel heb ik ook nagedacht over de mensen hier in het land. Stel, dat je geboren was in een land als dit. Dan had je zo’n ziekte niet overleefd… Wat een voorrecht hebben wij dan. Dat wij een ziekenhuis hebben, maar ook uit een land komen waar gezondheidszorg altijd dichtbij is. En dat is altijd zo makkelijk om te zeggen, maar wel ook vaak een “ver van je bed-show”. Toch merkte ik zelf hoeveel je daarop vertrouwt en bouwt. Toen Guido werd opgenomen, dacht ik even: ‘We moeten naar Nederland! We hebben namelijk wel een ziekenhuis hier, maar dat is zeker niet ingericht op alle soorten zorg.’ Dus: ‘Weg hier, naar Nederland!’ Maar al snel kwam de Bijbeltekst in mij op:
“Vertrouw op de Heere met heel je hart en steun op je eigen inzicht niet.” Spreuken 3 : 5
Natuurlijk! Vertrouw niet op mensen! Vertrouw niet op de medische zorg die ergens anders misschien wel veel beter is, waar veel meer kennis is en waar veel meer kan. Maar vertrouw op de Heere! Wat er ook gebeurt! Wat een rust dàt gaf..! Daarom is het zo belangrijk je Bijbel te lezen, zodat de Heere op het juiste moment Zijn Geest geeft en je laat zien wat Hij wil. Wat een enorme les weer voor mij persoonlijk. Maar dat ik zag dat Guido zo rustig en niet bang was, was heel bijzonder. Zou ikzelf zo rustig kunnen zijn, als ik niet weet hoe het verder zal aflopen?
Onderstaande lied met gebed kregen we toegestuurd door Nieuw-Zeelandse vrienden. Op de dag dat we dit gebed toegestuurd kregen kwam er verandering in de situatie van Guido werd voor het eerst duidelijk dat de behandeling aansloeg. Wij zien dit als een duidelijke een gebedsverhoring.
Over kennis gesproken: de dokters, zusters, apotheek, laboratorium… wat een kennis was hier! Maar ook: wat een liefde! Het raakt me nog steeds als ik denk aan Maartje, één van onze laboranten. Dat ze na de openingsuren van het lab gewoon nog terugging om bepaalde onderzoeken al uit te zetten, of om te zien, of ze al kon uitvogelen welk soort bacterie hem zo ziek maakte. Of de collega’s die dagelijks erg druk zijn met Covid-testen af te nemen en die alles uit hun handen lieten vallen om eerst Guido z’n bloed in te zetten, zodat de uitslagen er zo snel mogelijk konden zijn. Of de dokter, die dagelijks langs kwam en mij op de hoogte hield, omdat Guido het niet allemaal kon onthouden. Of de apotheker die langs kwam om te zien wat voor medicijnen er gegeven moesten worden, of het niet te veel was voor de lever. Maar ook Guido’s collega Deborah, die de nacht dat hij opgenomen werd, om het hoekje van zijn kamerdeur zat te bidden. Ze ging niet slapen, maar bidden en vasten! De dokters die lange dagen maakten, maar nooit klaagden. De zusters die ons de mogelijkheid gaven om langs te komen, wanneer we maar wilden. Moet je nagaan: normaal mag niemand in het ziekenhuis komen, om de patiënten te beschermen tegen het krijgen van Covid. Maar drie rennende jongetjes mochten komen, wanneer ze maar wilden, om hun vader te zien. Of mensen die de jongens meenamen naar het zwembad, voor het bakken van taart, met hen aten of ‘s avonds kwamen oppassen, zodat ik even alleen bij Guido kon zijn. Het was een ENORME zegen! En het leverde ook praktisch iets goeds op. Het blijkt handig te zijn om patiënt te zijn in je eigen ziekenhuis: Guido heeft al aardig wat verbeterpuntjes opgeschreven, dus dat gaat de zorg voor de patiënten ten goede komen.
Guido met een kaart vol bemoedigingen van de crew
Op dit moment is hij weer aan het opknappen. Het gaat niet zo snel, maar het gaat elke dag wat beter. De jongens hebben een beetje een gekke vakantie gehad, maar eigenlijk waren ze ook heerlijk tot rust gekomen, doordat we even helemaal nergens heengingen. Het werk gaat weer door, patiënten zijn er dagelijks, en alle gezinnen komen terug, omdat de school volgende week weer gaat starten. Weer een nieuw schooljaar, waarin Matthijs en Jonathan samen in één klas komen. Wie weet wat dat gaat brengen voor de jufs!